Kinderen die meer tijd buiten spelend doorbrengen lopen minder kans om last te krijgen van slecht zicht. Twee nieuwe studies lijken uit te wijzen dat daglicht een belangrijke rol kan spelen bij het voorkomen van problemen met zien.
Waarom daglicht precies zo belangrijk is is niet bekend maar sommige experts geloven dat de hoeveelheid van de stof dopamine in de hersenen een rol speelt. Een hoog niveau aan dopamine in het oog wordt geassocieerd met een lager risico op zichtsverlies.
Kortzichtigheid, of myopie, is een oogaandoening waarbij de patient geen problemen heeft met dichtbij zien maar moeilijk dingen in de verte scherp kan zien. Bij kinderen is dit te corrigeren, maar myopie is ook gerelateerd aan de ontwikkeling van ernstigere oogproblemen bij volwassenen.
Het onderzoek naar kortzichtigheid is de laatste jaren intensiever geworden nu de aandoening een bijna epidemische vorm heeft aangenomen in Azië en andere delen van de wereld, voornamelijk ontwikkelingslanden. Opvallend genoeg is kortzichtigheid ook met bijna 65% toegnomen in de Verenigde Staten sinds 1970.
Hoewel kortzichtigheid ook een erfelijke aandoening is zijn onderzoekers nu ook aan het kijken naar factoren van buitenaf die een oorzaak zouden kunnen zijn voor de snelle groei van kortzichtigheid onder sommige bevolkingsgroepen. Een Taiwanese studie bekeek 333 schoolkinderen die hun schoolpauzes buiten spelend doorbrachten. Deze kinderen, waarvan velen voorheen hun tijdens hun pauzes binnen bleven, brachten nu in totaal 80 minuten per dag buitenspelend door.
Een school in de buurt waar kinderen niet verplicht werden om buiten te spelen fungeerde als vergelijksmateriaal. Bij de leerlingen van beide scholen werd bij zowel het begin van het onderzoek als een jaar later een oogmeting gedaan.
De resultaten lieten zien dat significant minder kinderen problemen of vroege symptomen van kortzichtigheid hadden wanneer zij regelmatig buiten waren. De wetenschappers raden lagere scholen dan ook aan om regelmatige pauzes en buiten-activiteiten aan hun dagelijkse roosters toe te voegen om de oogontwikkeling van leerlingen te stimuleren.
"Omdat kinderen veel van hun tijd op school doorbrengen is ingrijpen van de school een directe en praktische manier om de snelle groei van kortzichtigheid tegen te gaan", aldus de leider van de studie, Pei-Chang Wu, van het Koahsiung Chan Gung Memorial Ziekenhuis in Koahsiung, Taiwan.
Een andere studie in Denemarken onderzocht eveneens oogontwikkeling bij schoolkinderen door data te analyseren van een klinische test in 2005 waar 235 kinderen met kortzichtigheid aan mee deden. De deelnemers werden ingedeeld in zeven groepen, gebaseerd op een bepaalde tijd van het jaar.
Omdat de hoeveelheid zon-uren in Denemarken per seizoen erg kan verschillen, van zeven uur zonlicht in de winter tot maar liefst 18 in de zomer, was de hoeveelheid dat iedere deelnemer per dag ontving per groep erg verschillend.
De afstand tussen de voor-en-achterkant van het oog en het zicht werden per groep aan het begin en het einde van de testperiode getest. Deze afstand is erg belangrijk bij onderzoek naar kortzichtigheid omdat een verlenging van deze afstand een duidelijke aanduiding is voor toenemende kortzichtigheid.
Bij de kinderen met minder zonne-uren was deze afstand 0.19 mm gegroeid terwijl bij de groep met de meeste zonne-uren dit slechts 0.12mm was.
"Deze resultaten doen vermoeden dat de blootstelling aan zonlicht kinderen helpt beschermen tegen myopie," verteld de leider van de studie, Dongmei Cui van Sun Yat-sen University in China. "Ouders zouden hun kinderen moeten aanmoedigen om elke dag tijd buiten door te brengen."
